In Nederland zijn er verschillende taalniveaus. Deze niveaus helpen ons om te bepalen hoe makkelijk of moeilijk een tekst is. De niveaus lopen van A1 (heel eenvoudig) tot C2 (heel moeilijk). Maar wat is nou precies het verschil tussen A2 en B1? Omdat ze allebei worden aangeduid als begrijpelijke taal kan dat verschil nog wel eens lastig zijn. In dit blog leggen we het uit.
Wat is taalniveau A2?
A2 is een taalniveau dat mensen begrijpen die moeite hebben met lezen en schrijven. Je kunt het vergelijken met het taalniveau van een kind in groep 8 van de basisschool (1F/doorstroomniveau). Mensen die op A2-niveau lezen, kunnen korte, eenvoudige zinnen begrijpen. De woorden die gebruikt worden, gaan vaak over dingen uit het dagelijks leven.
Een tekst op A2-niveau gebruikt geen moeilijke woorden of lange zinnen. Er staan ook geen spreekwoorden in, omdat deze vaak lastig te begrijpen zijn. Denk bijvoorbeeld aan een zin als:
“Ik ga naar de supermarkt om brood te kopen.”
Deze zin is duidelijk en eenvoudig. Mensen die op A2-niveau lezen, begrijpen meteen wat er wordt bedoeld.
Wat is taalniveau B1?
B1 is een taalniveau dat iets moeilijker is dan A2. Toch is het nog steeds makkelijk te lezen voor de meeste mensen in Nederland. Bij B1 zijn de zinnen wat langer en kunnen er iets moeilijkere woorden in staan. Maar de tekst blijft duidelijk en begrijpelijk.
B1 wordt vaak gebruikt voor officiële brieven van de overheid, zoals brieven over paspoorten of zorg. Een tekst op B1-niveau kan er zo uitzien:
“Wilt u een nieuw paspoort aanvragen? Maak dan een afspraak bij de gemeente.”
Deze zin is iets ingewikkelder dan de zin op A2-niveau, maar nog steeds makkelijk te begrijpen.
Het verschil tussen A2 en B1
Het grote verschil tussen A2 en B1 is de keuze in woorden: bij A2 lijkt iets soms een oversimplificatie. Maar dat is dus vaak nodig om op A2-niveau te schrijven. Op A2 worden vooral korte, simpele zinnen gebruikt. Alles is heel duidelijk en gaat vaak over dagelijkse dingen. Bij B1 kunnen de zinnen iets langer zijn, en soms wordt een wat moeilijker woord gebruikt. Toch blijft B1 begrijpelijk voor de meeste mensen.
Een tekst op A2-niveau ziet er bijvoorbeeld zo uit:
- “Ik ga naar mijn werk met de bus.”
- “De dokter geeft me medicijnen.”
Een tekst op B1-niveau zou kunnen zijn:
- “Ik reis elke dag met de bus naar mijn werk. De reis duurt ongeveer een half uur.”
- “De dokter schreef medicijnen voor die ik elke ochtend moet innemen.”
Zoals je ziet, zijn de zinnen op B1 langer en wordt er iets meer uitgelegd.
Voor wie zijn A2 en B1 geschikt?
A2 is vooral geschikt voor mensen die moeite hebben met lezen, zoals laaggeletterden. Ook mensen die Nederlands niet als moedertaal spreken (NT2’ers) kunnen veel aan A2 hebben.
B1 is geschikt voor het grote publiek. Het grootste deel van de mensen in Nederland kan teksten op B1-niveau zonder moeite lezen. Daarom kiezen veel overheidsorganisaties en bedrijven ervoor om hun teksten op B1-niveau te schrijven. Zo begrijpen de meeste mensen de boodschap.
Waarom is dit belangrijk?
Het is belangrijk om te weten welk taalniveau je gebruikt, vooral als je veel mensen wil bereiken. Als een tekst te moeilijk is, begrijpen mensen het niet goed. Dat kan leiden tot misverstanden. Door te schrijven op A2 of B1, zorg je ervoor dat meer mensen je boodschap begrijpen.
Wil je jouw teksten begrijpelijk maken?
Werk je bij een organisatie en wil je dat jouw teksten begrijpelijk zijn voor iedereen? Tolkie Leeshulp kan helpen om teksten automatisch te vereenvoudigen naar A2-niveau. Met één druk op de knop maak je jouw informatie toegankelijker voor een groter publiek.
Neem contact en ontdek hoe eenvoudig het is om jouw teksten voor iedereen begrijpelijk te maken!