Testen met laaggeletterden: hoe werkt Tolkie samen met de doelgroep?

Groep laaggeletterden testen teksten met Jeroen van de Nieuwenhof

Laaggeletterdheid is een groot probleem in Nederland. Cijfers uit december 2024 laten zien dat 3,3 miljoen mensen in Nederland laaggeletterd zijn. Voor hen zijn veel teksten te moeilijk, zoals brieven van de gemeente, handleidingen of informatie op websites. Dit zorgt voor frustratie en uitsluiting. Bij Tolkie willen we dat veranderen. Maar als het je missie is om informatie begrijpelijk te maken voor iedereen, doe je dat natuurlijk niet alleen. We werken daarom intensief samen met de mensen voor wie we onze hulpmiddelen ontwikkelen: laaggeletterden. Zij weten het beste waar ze tegenaan lopen en wat hen kan helpen. In deze blog leggen we uit hoe we dat precies aanpakken. We vertellen hoe we laaggeletterden betrekken bij het ontwerp van onze producten en waarom dit zo belangrijk is. Dus of je nu een communicatieadviseur, webontwikkelaar of beleidsmaker bent: veel leesplezier 😉

Wie zijn laaggeletterden?

De groep laaggeletterden is heel divers. 2 Op de 3 laaggeletterden is NT1’er: zij spreken Nederlands als moedertaal. De rest is NT2’er: zij hebben Nederlands als tweede taal geleerd. Deze diversiteit vraagt om maatwerk. Daarom werken we met beide groepen samen om onze leeshulpen zoals Tolkie Leeshulp te verbeteren.

Waar vinden we onze testers?

Normaal gesproken is een diverse doelgroep op zich wel prettig als je wil testen. Veel mensen voldoen dan nou eenmaal aan je eigen en kunnen dus meedoen aan je gebruikersonderzoek. Bij laaggeletterden zit anders. Hoewel iedere laaggeletterde een ander verhaal heeft en de groep dus enorm divers is, durven veel laaggeletterden zich niet zomaar op te geven voor een test. We hebben als Tolkie door de jaren heen een netwerk gebouwd van betrouwbare partners om te kunnen testen met laaggeletterden die uit durven te komen voor hun moeite met lezen en schrijven. We testen bijvoorbeeld met…

  • Bibliotheken: veel NT1-ers leren hier beter lezen en schrijven
  • Taalhuizen: hier ontmoeten we mensen die extra hulp krijgen
  • ROC’s: leerlingen bij bijvoorbeeld inburgeringscursussen geven ons inzicht in wat NT2-ers nodig hebben
  • Stichting ABC: deze stichting bestaat uit ervaringsdeskundigen die maar wat graag hun stem willen laten horen

Het proces stap voor stap

Als je eenmaal een groep verzameld hebt, kun je die groep natuurlijk vragen gaan stellen. Bijvoorbeeld: wat vind je van dit hulpmiddel? Moeten we deze knop groen of oranje maken? Maar het is beter om dit op een gestructureerde manier aan te pakken. Dat doe je door voor, tijdens én na het ontwikkelen met de doelgroep in gesprek te gaan.

1. Vooraf: wat moet de hulp kunnen?

We beginnen met luisteren. We vragen hen: kom je eigenlijk wel op websites? En wat vind je lastig bij online teksten? Wat zou jou helpen? Zo ontdekten we dat functies zoals een A2-samenvatting en voorlezen belangrijk zijn.

2. Tijdens: hoe werkt het het beste?

Laaggeletterden denken daarna mee over hoe onze tools werken. Ze geven feedback op: iconen en knoppen, hoe makkelijk het is om de hulp te gebruiken, enzovoorts. Zo weten we zeker dat alles helder en bruikbaar is.

3. Achteraf: werkt het echt?

Als een nieuwe functie klaar is, testen we deze met dezelfde groep. We vragen hen om een handeling uit te voeren en kijken of het lukt. Kun je makkelijk vinden wat je nodig hebt? Begrijp je wat je moet doen? Hun antwoorden helpen ons om verder te verbeteren.

Iedereen is anders

De groep laaggeletterden is nou eenmaal heel divers. We gebruiken daarom 9 fictieve persona’s om dat te begrijpen. Zo houd je altijd voor ogen voor wie je je product precies maakt. Benieuwd welke 9 mensen dit zijn? Lees dan de blog over de persona’s.

Zelf een keer testen?

Wil je een keer testen met de groep van Tolkie? Neem dan contact met ons op en vraag naar de mogelijkheden. Wil je het resultaat zien van het hele gebruikersonderzoek? Plan dan een demo in!

Hoe toegankelijk is jouw website?