Is leeshulp überhaupt nog wel nodig als je teksten schrijft in begrijpelijke taal?

Afbeelding van een vrouw achter een laptop

Veel organisaties investeren al flink in het schrijven van teksten in begrijpelijke taal. Ze hanteren taalniveau B1, omdat dit het niveau is dat de meeste Nederlanders begrijpen . Maar de vraag blijft: is een leeshulp zoals Tolkie nog wel nodig als je al schrijft op dit niveau? Het antwoord is niet zo eenvoudig als “ja” of “nee.” Laten we dieper ingaan op deze vraag en onderzoeken wanneer een leeshulp waardevol is – en wanneer misschien niet.

Wat is taalniveau B1 en wie begrijpt het echt?

Taalniveau B1 wordt vaak beschouwd als een toegankelijk niveau. Het is het niveau waarop de meeste mensen in Nederland een tekst kunnen lezen en begrijpen. Maar wie denkt dat dit voldoende is voor iedereen, vergist zich. In Nederland hebben 2,5 miljoen mensen moeite met lezen en schrijven . Deze groep leest vaak op taalniveau A2 of lager, wat betekent dat teksten op B1-niveau voor hen nog te complex zijn.

Hier ligt meteen een belangrijke reden voor het gebruik van een leeshulp: zelfs als je op B1-niveau schrijft, blijft er een grote groep lezers die jouw teksten niet kan volgen zonder extra ondersteuning.

Het probleem met taalniveaus: mensen passen niet in hokjes

De indeling van taalniveaus (van A1 tot C2) lijkt overzichtelijk, maar de realiteit is minder strak omlijnd. Mensen hebben vaak een gemengd taalniveau: ze begrijpen misschien een simpele tekst over dagelijkse zaken, maar struikelen over vakjargon of complexe zinnen.

Dit betekent dat een tekst op B1-niveau niet altijd even toegankelijk is, zelfs niet voor mensen die normaal gesproken dat niveau aankunnen. Een leeshulp biedt een oplossing door moeilijke woorden en zinnen uit te leggen, zonder dat je hele tekst hoeft te worden herschreven.

Begrijpelijke taal is een streven, geen garantie

Zelfs organisaties die hun teksten laten testen of met schrijftrainingen werken, maken fouten. Een tekst opstellen op B1-niveau is uitdagend, zeker als je complexe informatie moet overbrengen, zoals juridische of technische zaken . Denk aan een gemeente die burgers informeert over subsidies of een woningcorporatie die huurders uitleg geeft over energieprestatiecontracten. Deze teksten bevatten vaak jargon dat niet eenvoudig te vermijden is.

Een leeshulp kan in dit soort gevallen cruciaal zijn. Het biedt ondersteuning voor wie een tekst moeilijk vindt en voorkomt dat mensen afhaken of de informatie verkeerd interpreteren.

Jargon en vaktaal: noodzakelijk kwaad of oplosbaar probleem?

Sommige woorden laten zich niet zomaar vervangen door eenvoudiger alternatieven. Denk aan woorden als “duurzaamheidsmaatregelen” of “indicatietrajecten” in de zorg. Als je deze woorden volledig uitlegt in de tekst zelf, wordt die al snel langdradig en minder prettig leesbaar. Een leeshulp biedt een balans: jargon kan blijven staan, maar de lezer krijgt direct uitleg wanneer nodig.

Dit is niet alleen handig voor laaggeletterden. Ook mensen die Nederlands als tweede taal spreken, ouderen met een afnemend geheugen, of jongeren met beperkte leesvaardigheid hebben baat bij deze ondersteuning.

Digitale toegankelijkheid: een wettelijke plicht

Vanaf 2025 verplicht de European Accessibility Act (EAA) veel organisaties om digitaal toegankelijke diensten te leveren. Dit geldt niet alleen voor overheden, maar ook voor banken, transportdiensten en webshops. Een leeshulp kan helpen om te voldoen aan toegankelijkheidseisen, bijvoorbeeld door complexe teksten begrijpelijker te maken en visuele ondersteuning te bieden via afbeeldingen en voorleesfuncties.

Wat als je tóch op A2 schrijft?

Organisaties die hun teksten consistent en foutloos op taalniveau A2 aanbieden, hebben mogelijk geen leeshulp nodig. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. A2 is geschikt voor laaggeletterden, maar moeilijk te handhaven voor organisaties die ook belezen of hoger opgeleide doelgroepen willen aanspreken. Het is dan ook zeldzaam dat een organisatie uitsluitend op dit niveau kan schrijven.

Het bredere plaatje: waarom leeshulp meer is dan alleen ‘begrijpen’

Het gaat bij leeshulp niet alleen om het uitleggen van woorden. Het gaat om inclusie en gebruiksgemak:

  • Mensen voelen zich serieus genomen als ze hulp kunnen inschakelen, wanneer zij die nodig hebben
  • Het verlaagt drempels voor mensen die zich schamen om hun taalniveau
  • Het zorgt voor een efficiëntere klantenservice, omdat bezoekers zelf antwoorden kunnen vinden zonder extra vragen te stellen

Conclusie

De implementatie van Tolkie Leeshulp is eenvoudig: één regel code in de website plaatsen, en klaar. Maar de impact is heel groot. Het helpt niet alleen bij digitale toegankelijkheid, maar versterkt ook het imago van je organisatie als inclusief en maatschappelijk betrokken. Laten we alles nog even kort op een rij zetten

Geen leeshulp nodig als:

  • Je teksten altijd consistent op A2-niveau zijn geschreven
  • Je doelgroep geen laaggeletterden bevat

Leeshulp nodig als:

  • Je op B1 schrijft, maar rekening wilt houden met laaggeletterden
  • Je werkt in een sector waar jargon onvermijdelijk is
  • Je doelgroep divers is en je graag iedereen wilt helpen

Begrijpelijke taal en leeshulp gaan hand in hand. Het een sluit het ander niet uit, maar versterkt elkaar juist. Met Tolkie zorg je ervoor dat jouw informatie echt iedereen bereikt – en daar profiteert iedereen van.

Hoe toegankelijk is jouw website?